‘Voor mij komt inspiratie niet alleen uit de omgeving, je roept het op uit je binnenste’

Al ruim 35 jaar is René Tosari één van de bekendste grafische kunstenaars in Suriname.
Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

27 April 2024 10:01

Voor mij lezen

Al ruim 35 jaar is René Tosari één van de bekendste grafische kunstenaars in Suriname. “Ik denk dat het artistieke is begonnen in 1969. Ik had een groep vrienden die ook kunst deden en ik was bij ze op bezoek in het atelier waar ze oefenden”, vertelt Tosari aan de Ware Tijd over zijn kennismaking met kunst.

Tekst Tascha Aveloo

Beeld Readytex Art Gallery

Het was het gebouw van boetiek Butterfly aan de toenmalige Gravenstraat tegenover ‘Gelukkige Dag’ naast Naskip. Daar was op twee verdiepingen het ‘Nationaal instituut voor kunst en cultuur’ van Jules Chin A Foeng gehuisvest. Het was een kunstacademie die al een paar jaar draaide. “Ik wist niets van kunst, niets van stilleven. Ik wist het verschil niet tussen een kwast en een penseel”, lacht Tosari terugdenkend aan die tijd.

“Verandering van omgeving verandert mensen in hun voelen, denken, proeven”

Zijn vrienden waren vreemde gasten. Zij hadden al de aparte attitude van een kunstenaar. De sfeer bij de school was vrij en open. “Ze vroegen mij om mee te doen en ik kreeg een stuk houtskool krijt in de hand geduwd. Chin A Foeng had een kinderfiets geplaatst voorin van de klas om daar een stilleven van te maken en daar zat ik dan en begon te tekenen.”

Bootreis van zeven weken

Van 2 mei tot en met 29 juni heeft Tosari een solo-expositie in Readytex Art Gallery onder de titel ‘Release’, een verwijzing naar de vrijheid en experimentele fase van zijn latere werken.

De reis van zijn eerste try-out om een stilleven te maken tot aan zijn studeren en werken als kunstenaar duurt al ruim 35 jaar. “Wat mij meer trok aan het geheel van de kunst was hun passie. Ze organiseerden samenkomsten en feesten in de ruimtes waar werd gewerkt en die versierden ze met krantenpapier. De oude kinderfiets hebben ze aan het plafond gehangen. Het was een aparte sfeer, die me erg aantrok.”

Het vuurtje voor de kunst was aangestoken en gedurende drie jaar studeerde Tosari bij Chin A Foeng. Echter, dat was geen erkend instituut en dus besloot hij naar Nederland te gaan. Dat werd een bootreis van ruim zeven weken met diverse tussenstops. “Ik las toen op de boot onder meer voor het eerst ‘Wij slaven van Suriname’ van Anton de Kom. In Nederland aangekomen bij de KNSM-steiger werden mensen gehaald door familie. Ik had daar niemand en moest liften en het verschil leren tussen een tram en trein. Mi ben grun.”

Yu musu gridi gi en

Hij had een paar adressen van mensen die hem mogelijk zouden kunnen opvangen, maar bij sommigen kon hij maar een weekje blijven en moest snel werk zoeken om bij te dragen in de kosten. Uiteindelijk belandde hij in Rotterdam waar hij de hoger beroepsopleiding ‘grafische technieken’ deed bij de Rotterdamse Academie voor de Beeldende Kunsten. Hij rondde de vijfjarige opleiding in drie jaar af. “En dat wil ik benadrukken, omdat het laat zien dat we in Suriname goed bezig waren.”

Er was een dag- en een avondopleiding. Tosari werd geplaatst in de tweede klas met twee maanden proef. Na de evaluatie van zijn werk door drie docenten werd hij prompt overgeplaatst naar de dagopleiding in de derde klas. Hij kreeg daardoor ook een studiebeurs waardoor hij vrijer kon leven. “Ik kwam ’s morgens om acht uur bij de academie aan en was pas om elf uur ‘s avonds uur weer thuis. Erwien (de Vries, … red.) zou zeggen: ‘Yu musu gridi gi en anders mag jij jezelf geen kunstenaar noemen’”, lacht Tosari.

In Nederland maakte hij ook kennis met de toen heersende Flower Power-beweging. Dat leerde hem om meer de vrijheid te nemen. “Het leerde mij dat ik moest proberen progressief te denken, zodat ik verandering kan brengen.”

Hij legt uit dat de opleiding ‘Grafische technieken’ niet dezelfde inhoud had als ‘Grafische vormgeving’, waar de mensen leren ontwerpen en vormgeven. Bij grafische technieken leerde hij diverse druktechnieken, zoals screenprint en lithografie op steen en etsen.

In zijn werken verwerkt hij vele thema’s die vooral sociaal-maatschappelijk geëngageerd zijn, vooral aan het begin van zijn carrière. “Ik was echt een idealist. Ik ben geboren in Commewijne en ben daar als kleine jongen in Meerzorg, nabij plantage Peperpot, opgegroeid. Ik ben een geboren proletariër, een arm landbouwerskind.”

De mensen waren arme landbouwers zonder tractors en poclines en hij heeft zelf in de modder rijst helpen planten. “Ik heb de enorme struggle van mijn vader gezien. Ik zag het verschil tussen de arbeider bij Peperpot en de grootgrondbezitter en zijn enorme rijkdom.”

Al vroeg ging Tosari uit huis om in de stad naar school te gaan en woonde in bij diverse familieleden. “Toen ik eenmaal wat ouder was en mezelf meer op niveau had gebracht, begreep ik beter de mogelijkheden die kunst mij bood om deze sociaal-maatschappelijke issues aan te kaarten. Zo is mijn kunst engagement gegroeid.”

Zijn thema’s zijn door de jaren heen vaak de natuur, het milieu, landbouw en kritiek op maatschappelijke gebeurtenissen. Hij werd enorm getroffen door de wreedheden van de Vietnam Oorlog met beelden van een grijnzende soldaat met in zijn handen twee afgehakte hoofden. “Dat knipte ik uit en maakte daar screenprints van. Dat is één van de elementen van grafische technieken waar ik van hou. Het is reproduceerbaar.”

Waka Tjopu

In 1983 richtte hij het Waka Tjopu-kunstenaarscollectief op. Waka Tyopu is een oud kinderspel dat werd gespeeld met bugru (knikkers). Er moest worden gemikt op de knikkers van de andere speler. Werd die geraakt dan was de knikker van jou. “Gebeurde dat niet dan yu e anda a bugru”,lacht Tosari, terugdenkend aan zijn kinderjaren.

Anda betekende toen meten met de twee uiterste vingers. Van wie de knikker het dichtst bij was, die won de knikker. “Maar herleid naar ons collectief was het dat we ‘waka tyopu mikken met onze expertise, om elkaar te versterken door bundeling’.”

Waka Tjopu was een antwoord op de neergang van het sociale leven na de Decembermoorden toen alles stil kwam te liggen en er haast niets meer werd georganiseerd. “Het was deel van onze filosofie, onze ideologie die was gestoeld op revolutie, het brengen van verandering. We wilden kunst maken die maatschappelijk was geëngageerd en die Suriname moest inspireren tot vernieuwing.” Daar heeft de organisatie ruim zeven jaar invulling aan gegeven.

Stichting Open Atelier

Tosari’s carrière is echt geweest ‘leven tussen twee werelden’. Voor hem was dat echt alleen leven in Nederland in Amsterdam-Zuidoost, ook bekend als Bijlmer. Hij pendelde tussen de twee landen om projecten en exposities te doen.

In Nederland heeft hij ruim tien jaar stichting Open Atelier gedraaid. De stichting bestond een jaar en hij was deelnemer, maar het project wilde maar niet goed van de grond komen. Nadat het niet zo goed ging, klopte het bestuur aan bij Tosari met de statuten en vijfduizend Nederlandse gulden om de stichting over te nemen. “Waarschijnlijk omdat ze hadden gehoord over het werk dat ik had gedaan met Waka Tjopu.”

Na zijn overname, startte hij met een heel andere opzet. Amsterdam-Zuidoost is heel uitgebreid. Het idee voor een ‘Open Atelier’ had daardoor alleen kans van slagen met een goede plek. Tosari had een ex-student van het Lyceum die werkzaam was bij een woningbouwcorporatie. “Het was een periode van sociale vernieuwing en er werd veel verbouwd om een betere mengeling van mensen te hebben die daar woonden.”

De flats waren enorm met ruim negenhonderd woningen met een binnenstraat. Via de ex-student kreeg hij een hele binnenstraat toegewezen die de stichting mocht gebruiken als ateliers. “De tegenprestatie was dat we sociale controle uitoefenden.” Dat betekende dat er soms wel dertig verschillende kunstenaars van Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse, Surinaamse afkomst werkzaam waren in de ateliers. “Als je daar een deur openmaakte dan kwam je echt in een hele andere wereld.”

“We wilden kunst maken die Suriname moest inspireren tot vernieuwing”

Evolutie, creativiteit en afwisseling

Het heen en weer pendelen was zeker van invloed op de werken van Tosari. “Verandering van omgeving verandert mensen in hun voelen, denken, proeven.” Wie naar zijn werken kijkt uit Nederland zal zeker zeggen dat de kleuren wat somberder zijn. “Maar ik heb een andere ervaring met waar ik de inspiratie vandaan haal. Voor mij komt inspiratie niet alleen uit de omgeving; inspiratie roep je op uit je binnenste. Je gaat niet in een stoel zitten totdat je wordt geïnspireerd en dan begin je te schilderen. Maar al doende komt het. Als ik werk, ben ik continu in connectie met mijn canvas.”

De inspiratie van buitenaf zal er altijd zijn, maar die organische inspiratie komt van binnen. Volgens de kunstenaar wordt hij vaak verrast door zijn eigen kunstwerk. En dat is goed, want dat laat zien dat er evolutie, creativiteit en afwisseling in zit. “Want technisch zal je wel goed zijn, omdat je het al zo lang doet, maar ik moet waken dat ik niet telkens in herhaling verval in mijn schilderijen.”

‘Mystic Dance’, een kunstwerk van René Tosari uit 2018.
Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel